
Waarom of waaraan gaan beschavingen ten onder?
In dit prachtige boekje (2012) wordt met veel literaire kennis de westerse beschaving onder de loep genomen. Ophuls betoogt zonder vals optimisme en met diep filosofisch inzicht dat civilisaties uiteindelijk onontkoombaar zelfdestructief zijn.

Een van de belangrijkste redenen waarom civilisaties in verval raken, is ‘morele entropie’: de teloorgang van normen en waarden, decadentie en hoogmoed. Er zijn echter meer aanleidingen en oorzaken. Naast moreel verval is er bij ingestorte civilisaties uit het verleden altijd ook sprake van ecologische schade, uitputting van grondstoffen, exponentiële groei met versnelde entropie en onbeheersbaar toenemende complexiteit. Maar… bijna even belangrijk als al deze fenomenen bij elkaar is de incompetentie van de leiders en hun volgers; zij het een gevolg van het ontbreken van wil of moed, zij het door hoogmoed of door hebzucht.
De huidige westerse hegemonie, gedicteerd door de VS, heeft de laatste eeuw diverse grote crises meegemaakt. Steeds kon er met kunst en vliegwerk een fatale catastrofe voorkomen worden. Ondertussen werd er niet nagedacht over oorzaken en mogelijke remmende en/of helende maatregelen om toekomstige problemen voor te zijn. Integendeel, de ongebreidelde expansiedrang, uitbuiting en uitputting werden in een nog grotere versnelling geschakeld waardoor de complexiteit mondiaal zodanig toenam dat het hele systeem (economisch, financieel, ecologisch, medisch, hygiënisch met de problematiek van distributie, voedselvoorziening, vervuiling, landbouw en veeteelt en de bijhorende geopolitieke spanningen) op wereldschaal volledig dysfunctioneel en onbeheersbaar is geworden. Er zal flink gesnoeid moeten worden in deze complexiteit en dat zal onherroepelijk ten koste gaan van (materiële) welvaart.
De geschiedenis leert dat een beschaving in een euforie en met waan(sic)-zinnig optimisme langzaam naar een hoogtepunt groeit en steeds complexer wordt tot het niet meer bestuurbaar is en de gang naar de ondergang onomkeerbaar wordt. Alleen een hoogst intelligent en wijs wezen zou deze destructieve gang van zaken kunnen remmen en veranderen. Deze is echter (nog) niet binnen de menselijke soort te vinden. Ook al zijn de symptomen van de zieke samenleving nog zo duidelijk en op termijn mogelijk fataal, de mens blijft - al te menselijk- doormodderen, uitstellen, knippen en plakken waardoor de complexiteit alleen maar groter wordt. Op bestuurlijk niveau probeert men dit krampachtig te maskeren met misleidende berichten en propaganda die door hun ingelijfde persbureaus 24/7 de wereld in worden geslingerd.
In het ergste geval wordt de teloorgang actief en bewust voorbereid. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat narcistische machthebbers uit hebzucht, arrogantie en pathologische kortzichtigheid welbewust op een totale catastrofe aansturen. In enkele gevallen kun je hier zelfs spreken van het uitoefenen van het absolute kwaad; namelijk daar waar sommige megalomanen (bijv. Gates, Schwab, Rockenfeller) met krampachtige maniakale en duivelse middelen proberen de onbeheersbare situatie te ‘redden’: d.w.z. hun eigen machtspositie te behouden. Oorlogen worden uitgelokt, wereldwijd worden genetische experimenten uitgevoerd en wordt er voedsel- en energieschaarste gecreëerd. Dit alles met het doel om de bevolking te decimeren en de overgebleven mensheid tot een serviel en monddood object van een totalitair controlesysteem te transformeren.
Mensen zijn meer gericht op het heden dan de toekomst en complexe systemen zijn onvoorspelbaar. Civilisatie (cultuur, sociale cohesie, morele verantwoordelijkheid) begint met overvloedige natuurlijke bronnen, inspirerende idealen, een sterke moraal en daadkracht. Een beschaving gaat achteruit als zijn fysieke en morele kapitaal uitgeput is. Dit is een gevolg van overmoed en zelfoverschatting. De (zelf)-destructieve teneur van bloeiende beschavingen uit het verleden komt voort uit mateloosheid en hebzucht: als de complexiteit van een besturingssysteem zodanig toeneemt dat het onbeheersbaar wordt, zal het op hol slaan en imploderen.
Eerdere civilisaties waren kleiner, lokaler en minder complex dan nu. Er is echter een cruciaal verschil. Welvaart kon vroeger nagestreefd worden vanuit de gedachte dat de aarde een onuitputtelijke bron van materiaal, voedsel en energie is. We leven nu in een tijd – het Antropoceen - dat we wéten dat dit een illusie is en dat de aarde een extra laag in complexiteit vertegenwoordigt. De benadering en aanpak van deze extra complicatie door de heersende machthebbers is zó kortzichtig, stompzinnig en totalitair dat dit op de bevolking een averechtse uitwerking zal hebben. I.p.v. saamhorigheid ontstaat tweedracht. Hogere idealen met oog voor het welzijn van volgende generaties raken uit beeld door een voortdurende angstzaaierij en input van doemscenario’s. De situatie is zo ingewikkeld geworden dat ‘gewone’ mensen (in hun onkunde en onwetendheid) in feite tot nihilisme gedwongen worden. Zo wint egoïsme het van opofferingsgezindheid (want opofferen voor wie?). De kloof tussen de ‘elite’ en de massa’s wordt steeds groter. Het feit dat de aarde zich ontpopt als arbiter die geen tegenspraak duldt als het gaat om zijn rol als life support system dringt nog steeds onvoldoende door de mens die liever maatregelen uitstelt en de weg van de minste weerstand kiest.
“Hoe corrupter de leiders, hoe meer wetten en regels” (Tacitus, De Annalen III)
Het succes van de wetenschap en de techniek is de mens naar het hoofd gestegen. Inmiddels zijn er technieken en technologieën ontwikkeld die steeds meer complexiteit aankunnen, maar men (wetenschappers, beleidsvoerders, politici) heeft niet in de gaten dat de complexiteit alleen maar toeneemt. Uiteindelijk blaast het controlesysteem zichzelf op om de simpele, banale reden dat de limiet van infrastructuur, dataverwerking en de benodigde energievraag bereikt zal worden. Instituties (wetenschap, onderwijs, militair, economisch en sociaal) hebben de ‘natuurlijke’ neiging om verandering tegen te gaan. De heersende elites zien wellicht wel in dat het systeem niet meer functioneert, maar reformatie zou zoveel offers van hen vragen en een wissel trekken op hun rijkdom, privileges en macht dat ze zich tot het bittere einde hiertegen zullen verzetten. De oligarchen en plutocraten zouden met gemak een ecologische en sociale reformatie - een aanzet tot een ander denken – kunnen initiëren, maar zij leggen de verantwoordelijkheid bij de mensen door ze een schuldgevoel aan te praten en ze met schulden op te zadelen. M.a.w. de elites volharden in hun stupiditeit en gaan ervan uit dat ‘het volk’ hun kwaadaardige spel niet zal kunnen ontmaskeren en bestraffen.
Meedogenloze elites en incompetente, corrupte leiders zijn echter niet we primaire oorzaak van de ondergang van een civilisatie. Zelfs goedwillende politici en CEO’s weten niet om te gaan met de toenemende complexiteit. Zij grijpen terug op maatregelen die al millennia lang dom en ineffectief zijn. Zoals:
1. Imperialisme, leegroven van andere landen en het uitlokken van onnodige oorlogen.
2. Angst en onrust zaaien en ondertussen het volk afleiden met ‘brood en spelen’ en vervolgens met valse beloften (en bijgedrukt geld) de massa’s proberen kalm te houden.
3. Het financiële systeem ontregelen door het voeren van een inflatie-politiek en het invoeren van digitaal geld.
Vooral het laatste punt [3] moet nader toegelicht worden omdat de schadelijke gevolgen ervan subtiel en gradueel zijn waardoor de (onomkeerbare) schade pas echt voor de massa duidelijk wordt als het te laat is. De toevlucht van politici tot inflatie is altijd een wanhoopsdaad; een poging om kunstmatig welvaart te behouden ten koste van de burgers die financieel opdraaien voor de misstappen van ‘hun’ leiders. Denk aan de miljarden verspilling tijdens de Corona-terreur, de biljarden aan wapens aan Oekraïne voor een kansloze proxy-oorlog met Rusland, de overkill aan bureaucraten en de exorbitante investeringen in data- en controletechnologie. De gigantische staatsschulden zullen uiteindelijk op de burgers worden verhaald. Inflatie is simpelweg een vorm van diefstal die zorgt voor ellende die nog generaties lang doorwerkt. Inflatie versterkt de scheiding tussen de reële economie en de kunstmatige economie van het geld; het vertroebelt de relatie tussen de reële en nominale waarde waardoor het lastig wordt om de bepalen wat werkelijk van waarde is en wat roekeloos gedrag aanmoedigt.
Volgens de econoom John Maynard Keynes leidt het bijdrukken van geld en verlagen van kredieten tot een financieel debacle.
‘Er is geen subtieler, zekerder middel om een maatschappij om zeep te helpen, dan de aantasting en vernietiging van het geldsysteem’.
Inflatie-politiek is niets anders dan een geniepige, arbitraire inbeslagname van bezittingen van burgers. Gecombineerd met een oorlogseconomie (in de VS,maar nu ook in Europa) betekent dit dat regeringen vanwege staatsveiligheid of oorlogsdreiging grondwetten kunnen wijzigen en goederen kunnen confisqueren. Naast inflatie is oorlog uiteraard de grootste stupiditeit die mensen kunnen begaan. De geschiedenis leert ons dat de zinloze vernietiging van volkeren vooral plaatsvindt als de civilisatie in een impasse is geraakt.