Plotinus’ filosofie van ‘Het Ene’ en de invloed daarvan op het hedendaagse denken.

Plotinus2

Plotinus (204-270 n.Chr.) is de grondlegger van het neoplatonisme. In zijn belangrijkste werk De Enneaden werkt hij een metafysisch systeem uit dat de relatie tussen het goddelijke, de wereld en de mens verklaart. Centraal staat de leer van ‘het Ene’, een onbeschrijfbaar en onverklaarbaar, absoluut transcendent principe dat de oorsprong én het doel is van alle bestaande dingen.
Het Ene is de ultieme bron van alle zijn en goedheid (volmaaktheid), maar ‘is’ als zodanig zelf vrij van alle kwaliteiten, eigenschappen en begrippen. Uit het Ene vloeien door een proces van emanatie (uitstraling) twee lagere niveaus (hypostasen) voort: het Nous (de kosmische Geest of Intellect) en de Ziel (Psyche). Geest is de alomvattende sfeer van de vormen (ideeën, archetypen) van alle dingen en gebeurtenissen.
Geest vertegenwoordigt de rationele orde, die het Ene uitstraalt. De (wereld)ziel is de levenskracht is die de materiële wereld doordringt.
Het Ene is ongrijpbaar, maar Geest is intelligibel: het kan benaderd (gekend) worden via het menselijk intellect. Weliswaar slechts deels en met grote inspanning. Bijvoorbeeld de Vormen ‘Schoonheid, Rechtvaardigheid of Zijn’ maken deel uit van een pure intelligente (onstoffelijke) structuur. De stoffelijke wereld is slechts een mindere afbeelding daarvan.

the one1

De Geest is het overkoepelende (abstracte) Intellect dat alle ervaringen, bestaan en denken mogelijk maakt. De ziel maakt bewustzijn en begrip van kosmos en de wereld mogelijk. De ziel is ook de bron van individualisering (tijdelijke onthechting van Geest) waardoor wij (een beperkt) begrip of beeld van de werkelijkheid kunnen verstaan en formuleren.
In de Ziel worden facetten, uitingsvormen, uitbeeldingen, representaties van de Geest mogelijk en ‘kenbaar’, gerepresenteerd. Daartoe moet de Ziel enigszins ‘los’ gemaakt worden van het ‘geestesveld’. Bezielde entiteiten zijn gedissocieerde, neergeslagen of onthechte (gehypostaseerde) vormen van Geest. Zo zijn ze, of fungeren ze als een concretisering van de Geest via het discursieve denken.

materie


Materie wordt door Plotinus gezien als het verst verwijderd van de Een en als een soort schaduw of afwezigheid van het goddelijke. De menselijke ziel heeft echter de mogelijkheid om zich te bevrijden van de banden met het stoffelijke en terug te keren naar het Ene via een proces van ascetische zuiverheid en contemplatie. Dit culmineert in een mystieke eenwording met het Ene, een extatische, transcendente ervaring die Plotinus beschrijft als een moment van gelukzaligheid.

Plotinus’ filosofie (metafysica, mystiek en ethiek) is van grote invloed geweest op het christelijke en islamitische (theologische) denken waarin duidelijk parallellen tussen het Ene en God of Allah te vinden zijn. Het Griekse denken in het algemeen – met de belangrijkste representanten Plato, Aristoteles en Plotinus – is in hoge mate bepalend (geweest) voor het morele en juridische kader van de Westerse cultuur.

De idee van een ondoordringbare ultieme werkelijkheid als bron van al wat bestaat, is ook terug te vinden in Oosterse (mystieke en spirituele) filosofieën en religies. In Westerse hedendaagse spirituele kringen (zoals New Age) en steeds meer ook in filosofische en wetenschappelijke kringen wordt het Ene opgepakt om de holistische aard van de kosmos en de onderlinge verbondenheid van alles te onderzoeken.

In de moderne wetenschappen (biologie, kwantummechanica, psychologie, neurologie en cognitiewetenschappen) wordt steeds vaker de conventionele materialistische, reductionistische aanpak verlaten en zoekt men naar een holistische, niet-dualistische en interdisciplinaire benadering van de werkelijkheid. Daarbij speelt (impliciet of expliciet) Plotinus’ idee van een kosmische eenheid en een universeel bewustzijn (Geest) een grote rol.
Plotinus’ metafysische mystiek en het idealistische denken in het algemeen bieden samen met de empirische wetenschap complementaire inzichten in de fundamentele vragen over eenheid, verbondenheid en de grenzen van menselijke kennis.
Na jaren lang te hebben opgebokst tegen de dogma’s en vastgeroeste ideeën van de heersende wetenschap(pers) worden onderzoekers nu steeds serieuzer genomen in hun niet-materialistisch aanpak en hun queeste naar de mentale (spirituele) aard van de werkelijkheid als geheel.

Hieronder geeft ik een korte opsomming van denkers die de grondige tekortkomingen én pertinente fouten van het dominante materialisme (fysicalisme) hebben blootgelegd in de overtuiging dat bewustzijn (geest) fundamenteel is voor de werkelijkheid. Zie ook mijn essay Requiem voor het Materialisme’ (www.spehr.nl).

- Vanuit de kwantumfysica vanaf het eerste uur: Max Planck, Erwin Schrödinger, Werner Heissenberg, Wolfgang
Pauli, Max Bohm, Niels Bohr. En meer recent: Frederico Faggin en Menas Kafatos.
- Filosofisch: bv. het metafysisch idealisme van F.W.J. Schelling, Henri Berson en Arthur Schopenhauer.
En meer recent David Bentley Hart en het objectief of analytisch idealisme van Bernardo Kastrup, Iain McGilchrist
en David Chalmers.
- De cognitiewetenschappen en de wiskunde: Kurt Gödel, Donald Hoffman.
- De psychologie: Carl Gustav Jung, Lionel Corbett
- De biologie: Michael Levin, Rupert Sheldrake.
- De neurologie: Kihlstrom-Cork, J.F. Peres, J. Windt et al., Ralph Abraham, Karl Friston en C. Koch.
- De spirituele benadering van o.a. Francois Lucille, Fritjov Capra, Deepak Chopra en Rupert Spira.

Nog steeds worden deze wetenschappers niet of nauwelijks door de mainstream media opgepikt, maar de ontwikkelingen van de laatste decennia wijzen toch duidelijk op een aanstaande wetenschappelijke paradigmaswitch die grote gevolgen zal hebben voor het mens- en wereldbeeld van de toekomst.

< Terug